Meer rust en aandacht: de impact van intensieve kleinschalige behandelgroepen

26 maart 2025

De overgang naar intensieve kleinschalige behandelgroepen bij De La Salle is bijna afgerond. Jeugdigen met een licht verstandelijke beperking en gedragsproblemen kunnen hier voor behandeling terecht als thuis wonen tijdelijk niet mogelijk is. Medewerkers ervaren in de praktijk wat deze verandering betekent. Wieneke (regiebehandelaar) en Bart (senior persoonlijk begeleider) delen hun ervaringen over wat deze nieuwe aanpak betekent voor henzelf, hun collega’s en de jeugdigen.

Meer rust en stabiliteit op de groepen
De overgang naar kleinschalige behandelgroepen heeft gezorgd voor meer rust en stabiliteit op de groepen. “Vroeger hadden we op een groep negen jongeren en twee à drie begeleiders,” vertelt Wieneke. “Bij een lastige situatie moesten we onze volledige aandacht op die situatie richten, waardoor we soms onvoldoende oog hadden voor de rest van de groep.”

Bart vult aan: “Nu, met zes jongeren en drie begeleiders, kunnen we situaties beter hanteren én daarnaast aandacht blijven geven aan de rest van de groep. Dat zorgt voor meer structuur en minder escalaties. Ik ben ook betrokken bij de ondersteunende terreindienst. Waar we vroeger soms wel zeven keer per avond om hulp werden gevraagd, komt dat nu bijna niet meer voor.”

Deze rust en stabiliteit dragen bij aan een veiliger en vertrouwder leefklimaat. “Collega’s vertellen me regelmatig hoe fijn en rustig hun avonden verlopen. In plaats van brandjes blussen, kunnen we nu echt investeren in de behandeling en ontwikkeling van de jeugdigen,” merkt Wieneke op.

Meer persoonlijke aandacht en begeleiding
Naast meer rust en veiligheid, ervaren de medewerkers dat het contact met de jeugdigen intensiever en persoonlijker is. Bart vertelt enthousiast over een jongere die nu met een groepsopvoeder naar zijn voetbaltraining kan. “Vroeger moesten we hem gewoon afzetten en snel terug naar de groep. Nu kunnen we blijven kijken, hem aanmoedigen en achteraf samen evalueren. Dat geeft zo’n enorme boost voor zijn zelfvertrouwen.”

Ook Wieneke merkt dat er meer oprechte aandacht is: “We kunnen nu samen met de jongeren reizen, oefenen hoe ze dat zelfstandig kunnen doen en hen geruststellen. Of we vieren samen een verjaardag, zonder dat dit de hele groep ontregelt. We kunnen de tijd nemen voor wat voor de jeugdigen belangrijk is.”

Sterkere relaties en betere samenwerking
Binnen de kleinschalige behandelgroepen staat relatiegericht werken centraal. Herstel gebeurt samen, met aandacht voor de band tussen jongere, ouders, leeftijdsgenoten en begeleiders. Wieneke merkt dat dit ook effect heeft op de samenwerking tussen teams. “We merken dat collega’s van andere groepen nu ontdekken hoe leuk de jeugdigen zijn, omdat de jeugdigen meer ruimte krijgen om zichzelf te laten zien. Dat zorgt voor meer begrip en een betere werksfeer.”
Bart herkent dit: “We hebben een jeugdige die nu echt stappen maakt. Voorheen trok ze vooral negatieve aandacht, maar nu krijgt ze de tijd en ruimte die ze nodig heeft. Dat maakt een enorm verschil.”

“Doordat er meer rust is, kunnen we echt investeren in de behandeling en ontwikkeling van de jeugdigen.”

Dichter bij ouders en de omgeving
Naast de verbeterde zorg voor jeugdigen, biedt de kleinschalige setting ook meer mogelijkheden voor contact met ouders. Wieneke: "Nu het op de groep rustiger is en de jeugdigen minder prikkels krijgen, is er ook meer ruimte voor bezoek van ouders. Door persoonlijk contact met ouders bouwen we aan vertrouwen en samenwerking, wat uiteindelijk de jeugdige ten goede komt.”

Werken aan een toekomst voor de jeugdigen
De overgang naar kleinschalige behandelgroepen ervaren Wieneke en Bart vooral als positief. “Je merkt dat collega’s blijer zijn, jeugdigen beter reageren en we meer kunnen investeren in de samenwerking met ouders,” zegt Wieneke. “We kunnen nu echt werken aan herstel en aan een passend toekomstperspectief. En dat voelt goed.” Bart vult aan: “Voor ons is het belangrijkste dat de kinderen zich goed voelen en vooruitgaan. Dat is waarom we dit werk doen.”



 

Terug naar het overzicht