In onze zorg en ondersteuning kan dementie niet worden vergeten

04 oktober 2021

Dementie is vaak moeilijk te herkennen bij mensen met een verstandelijke beperking. Maar omdat cliënten steeds ouder worden, krijgen we er meer mee te maken. Vilans startte in maart vorig jaar de proeftuin ‘(h)erken jij dementie?’. Vraag die daarin centraal staat, is hoe we (mogelijke) dementie beter kunnen signaleren en vaststellen. In de proeftuin onderzoeken acht zorgorganisaties thema’s en middelen die daaraan kunnen bijdragen. Koraal hoort daar uiteraard bij.

De weg naar de slaapkamer niet meer vinden, steeds meer dingen vergeten, angstig zijn, niet meer goed mee kunnen doen op de dagbesteding, de lepel niet meer naar de mond kunnen brengen. Allemaal signalen die zouden kunnen duiden op dementie. Toch denk je daar als begeleider meestal niet meteen aan, zeker niet bij jongere cliënten. Dat is omdat de meeste veranderingen er heel geleidelijk insluipen. Het vroegtijdig onderkennen van signalen is echter essentieel om de cliënt op de juiste manier te kunnen ondersteunen en begeleiden. Daarom is het vergroten van de kennis over dementie een speerpunt voor Koraal.

In onze zorg en ondersteuning kan dementie niet worden vergeten

Cliënt betrekken bij Advance Care Planning
“De zorgorganisaties die deelnemen aan de proeftuin onderzoeken allemaal iets anders. Zo steekt de één in op kennisvergroting, kijkt de ander naar de eisen die dementie stelt aan wonen en is weer een ander bezig met het ontwikkelen van een mijmerkoffer, bedoeld voor het ophalen van herinneringen. Koraal onderzocht op welke manier cliënten met dementie kunnen worden betrokken bij Advance Care Planning. Dus bij het maken van afspraken over de medische behandeling bij toekomstige ernstige ziekte.” Aan het woord is Petra Jacobs, gedragswetenschapper bij Koraal locatie Op de Bies. Samen met Chantal Bonselaar, senior begeleider bij locatie St. Anna en Chantal Lennertz, trainer bij Koraal, nam zij deel aan de proeftuin.


Juiste timing essentieel
“In de regel vindt dat gesprek plaats tussen arts en verwanten”, vult Chantal Lennertz aan. “Maar omdat eigen regie bij Koraal voorop staat, onderzochten we hoe we de cliënt bij dat belangrijke gesprek kunnen betrekken. Daarmee maakten we het onszelf niet gemakkelijk, weten we inmiddels. Want wanneer ga je zo’n delicaat onderwerp als het levenseinde aankaarten bij een cliënt die signalen afgeeft die duiden op mogelijke dementie? Daar zijn we nog niet uit. De juiste timing luistert nauw. Van de ene kant wil je een cliënt en zijn verwanten niet onnodig ongerust maken door er (te) vroeg over te beginnen. Als je daarentegen te lang wacht, begrijpt de cliënt vaak niet meer waar het over gaat. Daarom zijn individuele gesprekken met de cliënt ontzettend waardevol.”

Van links naar rechts: Koraal-collega's Chantal Lennertz, Chantal Bonselaar en Petra Jacobs.




Verwanten belangrijk
Chantal Bonselaar benadrukt het belang van maatwerk. “Iedere cliënt vraagt om een andere benadering. Daar moeten we rekening mee houden. En ons bij iedere cliënt afvragen wat verbaal en non-verbaal de beste manier is om de precaire boodschap over te brengen. Soms kan het beter zijn om het gesprek eerst met verwanten te voeren en pas daarna met de cliënt. Dat vergt elke keer opnieuw een zorgvuldige afweging. Wat buiten kijf staat, is dat we verwanten of wettelijk vertegenwoordigers hard nodig hebben bij het bespreken van de wensen en bij het betrekken van de cliënt bij het gesprek. Misschien niet de gedroomde uitkomst, maar wel een heel belangrijke conclusie.”


Leren van elkaar
“Voordeel van de proeftuin is dat er meer kennis wordt vergaard over dementie”, concludeert Petra. “En dat Op de Bies, St. Anna en Maasveld elkaar op dit thema steeds beter weten te vinden en van elkaar leren. Als de proeftuin in september wordt afgerond, zijn ook de resultaten van de andere zorginstellingen beschikbaar. Daar kunnen we ons voordeel mee doen. Eén ding is duidelijk: over dit thema raak je nooit uitgeleerd. Wordt vervolgd dus!”

Terug naar het overzicht