Samen werken aan verwerking en groei: een brief voor Jari
05 juli 2022
“Ik vertrouw jou dit volledig toe”, sprak een moeder een aantal weken geleden naar me uit. Het ging over een gesprek dat ik zou hebben met haar achtjarige zoon Jari. Geen ongebruikelijke situatie, maar in dit geval toch bijzonder. Door tegenslagen in het leven en een aanhoudende reeks van teleurstellende ervaringen met de hulpverlening was het vertrouwen dat deze moeder in me legde namelijk helemaal niet zo vanzelfsprekend. Jari groeide de laatste jaren op bij zijn opa en oma. Drie jaar geleden maakte moeder de moeilijke beslissing om het contact met hem te verbreken. Omdat ze aan zichzelf moest werken. Moeder was sindsdien - naar eigen zeggen - alleen goed voor het zetten van handtekeningen.”
“Onlangs werd Jari op mijn behandelgroep opgenomen. Als ik hem iets over mama vroeg, weigerde hij over haar te praten. “Ik háát haar”, zei hij dan. Dit riep vragen bij me op. Dus besloot ik - ingegeven door systeemgerichte behandeling - de telefoon op te pakken en moeder te bellen. Om ook haar kant van het verhaal te leren kennen. En om erachter te komen of het mogelijk zou zijn om te werken aan het herstellen van contact. Ook om te zorgen voor meer rust in het leven van Jari. Ik vond dat spannend, want ik wist niet hoe ze zou reageren. Toen ik wilde bellen, viel mijn oog op haar profielfoto van WhatsApp. Daar stond ze samen met Jari op. Dus begon ik ons gesprek met een compliment over die foto. Het ijs was gebroken. Moeder deelde haar emoties. Van verdriet, omdat ze haar zoon intens mist, tot blijdschap, omdat ze haar eigen problemen inmiddels meer onder controle heeft. We besloten een vervolgafspraak in te plannen.”
Kracht
“In dat tweede gesprek probeerde ik haar in haar kracht te zetten. Wat kon zij mij als moeder over haar eigen zoon vertellen waar wij rekening mee konden houden op de groep? Ze begon te vertellen: “Dat hij een enorme dierenfan was en dat hij graag buitenspeelde. Maar dat gamen niet zo zijn ding was.” Op dat moment brak haar stem. Jari’s moeder realiseerde zich dat ze in de verleden tijd over hem sprak. Daarop ontstond een gesprek over haar eigen problemen, hulpvragen en de fouten die ze naar eigen zeggen in de opvoeding heeft gemaakt. Maar één ding was voor mij duidelijk: ze houdt nog steeds zielsveel van Jari. “Kim, wat denkt hij wel niet over mij?” zei ze opeens. “Wat ben ik voor een moeder, dat ik mijn eigen zoon heb laten vallen?”
Brief
“Later besloten we samen een brief te schrijven aan Jari. De eerste contactpoging sinds drie jaar, waarin moeder in kindertaal uitlegt waarom ze destijds niet voor hem kon zorgen. Maar nu - na het doorlopen van alle hulpverlening - weer open staat voor contact. En toen stelde ze mij die vraag: “Kim, wil jij deze brief voor mij aan Jari voorlezen? Ik vertrouw jou dit volledig toe.”
Echt?
“Met goedkeuring van opa en oma zat ik enkele dagen later samen met Jari op zijn kamer met een brief van mama. Hij kijkt me aan, grijpt met vochtige ogen naar zijn grote knuffelbeer en vraagt: “Echt? Van mama?” Ja, jongen. Van mama. Jari luisterde aandachtig. “Heeft mama me echt gemist?” Ik herhaal de zinnen waarin mama uitlegt dat ze altijd aan hem is blijven denken en van hem houdt. Jari barst in huilen uit, waarna een lange stilte volgt. Ook ik moest mijn tranen bedwingen.”
Contactherstel
“Weet je? Ik haat mama helemaal niet”, vertrouwde Jari me daarna toe. “Ik mis haar gewoon heel erg.” En daar was het. De start van het contactherstel. Inmiddels zijn er kaartjes, foto’s en knutselwerkjes heen en weer gestuurd. Onverwerkte rouw maakt nu plaats voor verwerking en groei!”
Kim van der Sluijs