Volledig artikel
Klik hier om het volledige artikel te lezen...
In één oogopslag in een grafische weergave een beeld krijgen van het functioneren van een cliënt. Thuis, op school en in zijn vrije tijd. Dat kan met behulp van het FunctioneringsProfiel (FP), een methode waarbij mensen uit het systeem van de cliënt zo uitgebreid als nodig een online vragenlijst invullen. De gebruikers geven in het FP - waar nodig - aan of ze zich zorgen maken, bijvoorbeeld over het gedrag, het lichamelijk en geestelijk welzijn van een cliënt of zijn vaardigheden. Bij Koraal regio Noord- en Midden-Limburg loopt tot eind maart een pilot waarin wordt onderzocht of de methode geschikt is om Koraal-breed in te zetten.
Maud Defesche, GZ-psycholoog en inhoudelijk projectleider van de pilot: “We bekijken of het FP ons kan helpen bij het optimaliseren van de leefomstandigheden van de cliënt en in het optimaliseren van het zorgproces. Het FP helpt ons te ontdekken wat ieders zorgen over een cliënt zijn en waarborgt dat één ieder die betrokken is bij de zorg van een cliënt ook daadwerkelijk een stem heeft.”
Het FunctioneringsProfiel is ontwikkeld door kinderpsychiater Michiel Noordzij. Het is een methode die oorspronkelijk is bedoeld om de ondersteuningsbehoefte van jongeren tot 23 jaar snel en volledig in beeld te brengen om hen zo vroeg mogelijk te kunnen helpen. Bij Koraal regio Noord- en Midden-Limburg loopt de pilot zowel in een jeugdgroep als ook in twee groepen met volwassenen (LVB en EVB).
Maud Defesche, Judith Peters, Fred Kofman en Zoë Teeuwen werken met elkaar samen in de pilot rondom de inzet van het Functioneringsprofiel.
Geen diagnose
Fred Kofman is ICT consultant Zorg en Onderwijs van Stichting FunctioneringsProfiel. Hij ondersteunt de pilot bij Koraal. Efficiënter werken en het verbeteren van de kwaliteit van zorg, zijn de hoofdoelen van het FP, licht hij toe. Kofman begeleidt de drie Koraal-teams die in zogeheten ‘living labs’ met het FP aan de slag zijn gegaan. Een keer per maand komen hij en de gebruikers bij elkaar om de voortgang met elkaar te bespreken en ervaringen te delen.
“Het FP helpt je bijvoorbeeld om te ontdekken dat een bepaalde agressie bij een cliënt voortkomt uit angst en dat die angst voortkomt uit een bepaald trauma”, legt hij uit. “Dan weet je dat je aan het trauma iets moet gaan doen. Er wordt geen diagnose gesteld, maar er komen aandachtspunten naar voren die vervolgens door een gedragswetenschapper worden vertaald in doelen om aan te gaan werken.”